vrijdag 24 april 2009

Botvliet lacht

Ik had altijd een beetje medelijden met Jaap Botvliet. Deskundigheid telde niet meer in de omzet. Mensen haalden bij hem de informatie en surfden de apparatuur zelf bij elkaar. Daar ga je niet van lachen. Hij lachte wel, maar er zat volgens mij steeds minder plezier achter. In zijn winkel lopen nu mannen rond die moeizaam reagren. Als ze lachen blijken ze met de morgenstond te zijn opgestaan. Ik loop de trap op, die ik zo vaak heb gelopen voor een van mijn fototoestelen of pasfoto's. Ik wil nu wel weten wat er gevestigd gaat worden.

Nu zie ik een lege ruimte, achterin houden twee Indisch uitziende mannen iets omhoog. Ze zijn aan het bouwvakken, maar hebben iets te nette kleren aan. De rest van de ruimte is netjes geveegd. Misschien is er iets te veel weggeveegd. Twee andere mannen staan bij mijn verschijnen ietwat zenuwachtig. Misschien is argwanend beter. Zien ze in mij een verlate ambtenaar die ze de les komt lezen over hun bouw- of opruimactiviteiten. "De baas? Hij", en een vinger wijst naar een jonge man die met grote blauwe zakken aan komt sjouwen.

Hij vertelt me dat er een telefoonzaak in komt. Waarom denk ik dan meteen aan zo'n vage belshop om goedkoop naar het buitenland te bellen? Hij blijkt te gaan handelen in telefoontjes, prepaid en abonnementen. Ook voor fototoestellen mag ik bij hem aankloppen. En hij lacht innemend.

En Jaap? Die lacht vanachter zijn computer boven de winkel de digitale wereld in. Via het internet levert hij nu foto-apparatuur.

donderdag 23 april 2009

Regelaars voor de meidenprik

Martin Bril is dood. Leve de randverschijnselen. Leve het leven.

Doetinchemse dochters van 13, 14 en 15 mochten vandaag de tweede prik, van in totaal drie, halen om ze te beschermen tegen baarmoederhalskanker. De discussie over wel of niet is uitgedoofd. Want als je de eerste niet hebt gehaald, zijn de volgende ook zinloos. Bij de GGD kwamen alleen de voorstanders.

Het was niet druk. Ik verwachtte een slingerende rij als bij de verkiezingen in Zuid-Afrika. Maar ik zag vooral oranje hesjes op de parkeerplaats, geen rij meisjes. De hele tijd liepen er kinderen naar binnen, met vader of moeder. Maar er liepen er net zo veel weer naar buiten. Het stroomde lekker door. De parkeerplaats was niet vol.

De oranje hesjes stonden bij de oprit. Meligheid had beslag genomen van de taakopvatting van de verkeersregelaars. Een aarzelende moeder reed haar auto reed door naar een plekje verderop. De mannen zijn vrienden. dat zijn ze in ieder geval door hun leven als regelaar van het verkeer, na hun pensionering. Ze hebben een karretje waarin al hun regel-attributen passen. Op de huif staan drie telefoonnummers. De vierde regelaar is er misschien nog maar net bij. Martin Bril had het geweten. Op een muurtje staan pakken drinkyoghurt en wat vette papiertjes.


Het leven van een verkeersregelaar is er een van pieken en dalen. De mannen wilden niet weten dat ze er voor Jan-met-de-korte-achternaam staan. "Vanmiddag was het erg druk. Het is mooi weer he", zei een man met een stevige snor. De ongerijmdheid ontging mij niet maar de andere mannen wel. De joligste van het stel vertrouwde me toe nog naar huis te zijn geweest om de spuiten een beetje bij de punten. Deze grap vertelde hij graag aan de bleke snoetjes die naar binnen gingen. Over de meiden die terugkwamen wist hij dat sommigen kermend naar uiten kwamen. Een echte mensenkenner.

donderdag 9 april 2009

Hoopensteeg

Het meest smoezelige steegje in het centrum wordt het meest bijzondere straatje. De Hoopensteeg is nu nog een grijs verindingsstraatje tussen Boliestraat (Piet Zomers) en de Hamburgerstraat (Hema), met een opvallende kauwgommuur bji de Jamin. Maar als het aan de centrummanager ligt komt daar verandering in. Er zijn mogelijkheden om kleine winkeltjes of een atelier te vestigen. En je kunt zelfs een rondje lopen, wat voor de man, aan de arm van de shoppende vrouw, ook heel prettig is. Want mannen lopen niet graag dezelfde weg terug, is uit eigen onderzoek gebleken.
De Hoopensteeg dus. Halverwege is links en rechts een doorkijkje, waar de argeloze voorbijganger slechts vuilniscontainers ontwaart, maar juist hier ligt de verrassing op de loer. Daar valt namelijk het rondje te lopen, maar nu doe je dat niet voor je lol. Het zijn nu nog allemaal achterkanten, soms voor opslag, soms voor kantoor.
Een groepje ondernemers en gemeentemensen is in Helmond geweest een heeft gezien hoe met eenvoudige middelen zo'n achterafstraatje opgeknapt kan worden. Het lijkt me dat als de Hoopensteed een aangenaam spannend steegje wordt, een ondernemer er wel kansen ziet. En de huidige eigenaren zien misschien ook wel kansen om het kantoortje op te offeren.
Nu investeren in de omgeving en de echte ondernemer pakt zjin kansen als de tijd rijp is. En dat duurt niet lang meer.