maandag 23 februari 2009

carnavalsoorlog





Moet carnaval altijd leuk zijn?

In mijn vorige bericht vond ik van wel. En het liefst ook nog een brug slaan naar de niet-carnavalist. Beide vond ik onder de maat. Maar het blijkt dat carnaval helemaal niet gaat om inhoud. Juist een paar dagen lang totale leegte is het devies. En dat kan leuk zijn, misschien wel bevrijdend.

Maar wat blijkt: carnaval is niet totale leegte. Er is zelf een oorlog aan de gang. Terwijl in de cafés vrolijk wordt gebumt op Schaufeli, zijn de carnavalsbobo's in de slag. Het lijkt wel het gewone leven!

Wat is er aan de hand. De Umdrayers zijn de grootste carnavalsvereniging in Doetinchem. Maar dat steekt de andere verenigingen. Zij zijn ook heel belangrijk voor het carnaval in Leutekum en zeker zo leuk, vinden ze zelf. En die Spiegeltent, dat is de limit. Alle inkomsten verdwijnen zo bij de Umdrayers.

En waarom moet die Prins Wim I met zijn portret voor het raam van de burgemeester hangen en zo over op de stad uitkijken? En op Leutje, de houten koe die dinsdag in vlammen opgaat en al vast op het stadhuisplein is neerge...... Leutje is weg! Wie heeft hem gejat?

Afgelopen zondag is hij gesignaleerd tijdens de optocht in Wehl. Gelukkig leeft hij nog, maar wat willen de ontvoerders? Mag Leutje niet de feestelijke afsluiting zijn van het feest zonder inhoud?


Gelukkig hangt de vlag er nog. Eigenlijk toch wel leuk.




zondag 22 februari 2009

Superboeren helpen iedereen


De Graafschap heeft vanmiddag ook Feijenoord in het zadel geholpen. De kwakkelende club van Zuid kan weer naar boven kijken, zoals verdediger Hofland zei. Hij bedoelde in de ranglijst. De superboeren kijken ook naar boven, want daar staat Roda. Volgende week hopen op een succesje. Dat zou gezien de inzet en ook het spel moeten lukken. Tegen Feijenoord zat er meer in.
Rogier Meijer speelde een goede wedstrijd (zie foto) maar is geen afmaker. Dat is aan anderen gegeven maar die komen zelden in scoringspositie. En als Sahar vrij voor de keeper komt schrikt hij er van en mist jammerlijk. Zoals Tomasson dat in de blessuretijd niet deed, ondanks gepruts met de bal. Hij stifte wel mooi over Heijblok.

En verder was er veel pech. En natuurlijk een slechte scheidsrechter, maar dat zou niet zo zijn geweest als er gewoon was gewonnen. Maar is dat wel nodig?
Laat het zo zeggen: kan door Kessler geregeld worden dat de Graafschap een vaste rol krijgt in de eredivisie? Dan hoeven we niet altijd te winnen, maar zijn wij, omdat we ons stinkende best doen, de ideale tegenstander om weer op het paard te komen: echte superboeren.

Carnaval vieren onder een stolp


Carnaval is een geweldig feest. Voor anderen. De optocht door Doetinchem heb ik helemaal gezien. Bovenop de wagens en daartussen is de sfeer heel goed. Veel plezier en zingen. Langs de kant kan er soms een glimlach van af als je een bekende ziet, maar daar houdt het mee op.

Carnaval speelt zich af achter een glazen wand. Leutekum zit onder een kaasstolp. Ik kan de feestende mensen niet bereiken met een lach of door mee te dansen. En zij bereiken mij niet omdat ze hun best niet doen.

O ja, er is duidelijk ontzettend hard gewerkt aan de wagens. Vele uren van handvaardigheid zijn er in gaan zitten, eel prettig werk en vast ook heel gezellig. Maar de chemie met de toeschouwers is er niet mee geboren. Die komen toevallig langs omdat ze naar de markt gaan of ze hebben zich voorgenomen om na de optocht de krant te gaan lezen. Hoe leg je contact met mensen die zich in een andere wereld bevinden?

Ik weet het: een goede of leuke boodschap. Het is me niet meegevallen, want de boodschap die bijna overal werd uitgedragen was: het is crisis, maar deze dagen nemen we het er van. Meestal onderstreept met veel bier. En vaak met ongelooflijk vervelende muziek (herrie).

Jammer is dat toch. In de wereld, maar ook in Nederland en zelfs in Doetinchem is zo veel meer te beleven. Als de knutseljongens bezig zijn met de wagen kan er toch iemand verzinnen dat de zeespiegelstijging in Doetinchem kan worden opgevangen in al die bouwputten? En had dan bij wethouder Drenth kunnen aanwijzen als de geniale ontwerper van dit plan.

Tijdens de optocht schoten een paar vrouwen met hoofddoek voorbij. Het feest bleek niet alleen voor mij ver weg af te spelen. Het is zelfs een heel erg blank feest. Dat is niet erg. Maar het zou zo leuk zijn als het door die glazen wand breekt.

woensdag 18 februari 2009

Ketz weg


Er wordt hard gewerkt op het Veemarktterrein. Op de punt van het terrein ligt café-zalencentrum Ketz. Over een tijdje, als de crisis door het dal is, wordt er ontspannen gewoond. Door hippe mensen, nieuwe Achterhoekers. Ook op het terrein van Ketz.

Ketz is er al vanaf 1936. Dat lijkt heel wat, maar er staan veel oudere huizen in de buurt. Logisch, want je begint geen café als er geen klanten zijn. Maar naar Ketz kwamen niet alleen mensen uit de buurt. De laatste tijd al helemaal niet, want Ketz was carnaval. Maar ook biljart. En daar hoort een sanseveria bij. Biljarters ontvluchten het gekakel van de vrouw. Als een soort herinnering aan thuis staat daarom de sanseveria (vrouwentong) in de vensterbank. Opdat ze voorlopig nog maar niet terug gaan.

Maar Ketz was ook bekend van het Achterhoekse feest. Om half acht aan de koffie en om acht uur het bier. Dansen, hoogleven en polonaise. Een leeg glas bestond niet. In een zekere levensfase heb je het er helemaal mee gehad. Zeker met de koffie-met-broodje om half twaalf. Dan naar huis met de bob op de bijrijdersplaats, want rijden ging nog makkelijk. Waarvoor waren die broodjes en koffie anders bedoeld?

Zo hoorde dat, maar al steeds minder. Straks ook niet meer bij Ketz.

Wie behoedt dan nog de Achterhoekse cultuur? Waar is dan nog de wereld die je zelf al lang uit hebt verlaten?

zaterdag 14 februari 2009

beestjes bij de Belder



Op en om de voormalige stortplaats de Belder, aan de rand van de Huet, moet gegolfd gaan worden. Pitchen en putten om precies te zijn. De Achterhoeker is, denk ik, niet zo'n golfer, maar van een beetje slaan en daarna lekker afwerken op doel denkt eigenaar van de grond dat de Achterhoeker wel te porren is.
Er moet wel wat gebeuren voor we kunnen afslaan en putten. Onder meer een gekanaliseerd beekje verleggen. De werkzaamheden waren al begonnen. Maar nu stokt het. Want er zitten een modderkruiper en een rietvlieg in de weg. Die moeten we beschermen en het is ook erg zielig als ze en stukje verderop moeten gaan wonen.
Gelukkig voor de mensen in de Huet en Dichteren wonen zij er al een tijdje. Want toen die wijk werd aangelegd kende we deze beestjes niet. Anders hadden ze daar nooit gewoond.
De Wehlse Beek was er wel. Die is toen verlegd en rechtgetrokken. En over de modderkruiper is een huis gebouwd. En de rietvlieg is gewoon honderd meter verderop gaan wonen.

donderdag 12 februari 2009

Weiland weg



Oosseld krijgt geen moment rust. De piesewietenbuurt is nog niet eens klaar en de grommende machines staan al weer te graven aan de andere kant van het spoor.
Al? Niet echt, het heeft even geduurd, maar nu de kredietcrisis de huizenmarkt in z'n greep heeft wordt begonnen met de bouw. Wel een mooi gezicht, die grote gravers en geweldige walsen, die het weiland afgraven en er wegen voor in de plaats leggen. Een van de markante bomen wordt gespaard. Die stond eigenlijk verloren in het land. Ik ben benieuwd wat zijn nieuwe plekje wordt.

swiebertje

“Het zijn gewone mensen”, volgens gedeputeerde Hans Esmeijer.
Inderdaad, zo gewoon dat ik nauwelijks iemand durfde aan te spreken. Want voor je het weet vraag ik in plaats van een bobo aan een dakloze waar nou die fameuze drankruimte is en krijg ik terug: “Pilsje, van Kooten!” En een binnensmonds verhaal in de taal van de straat. Hoe ongemakkelijk kun je je voelen, als je gewoon wilt weten hoe “de Werkplaats” is geworden, de plek waar daklozen overdag heen kunnen om zinvolle activiteiten te doen, maar ook een beetje te hangen.
Jan, een dakloze, pet op z’n hoofd, gelooid gezicht, had er al snel genoeg van. Ik stond vlak bij hem. Al dat geklets daar kan hij niet in wonen. En bovendien had hij duidelijk een grief. Maar hij kwam niet aan de beurt. Eerst de directeur, dan de gedeputeerde, dan de wethouder. En omdat hij het kort zou houden was er daarna nog tijd genoeg voor Jan.
Wat hij zei is me grotendeels ontglipt. Wel dat er een probleem was omdat een vrouwelijke dakloze in dezelfde ruimte sliep als de mannen, waarvan er ook nog een graag z’n piemel liet zien. En dat hij, Jan, als hij er bij was geweest, die piemel er af had gedraaid.
Jan is niet bang en durft zich wel in het maatschappelijk debat te mengen. Zijn mening over het roken was mij al toegevoegd toen ik mijn fiets stalde. Hij rookte niet binnen omdat er velen zijn die daar niet tegen kunnen. Ik snapte zijn opmerking niet en dacht dat hij mogelijk een jaar geleden leefde, maar in de daklozenopvang bleek een ruimte waar wel gerookt mag worden. Esmeijer merkte Jans' aandrang om zich te mengen tijdens zijn toespraak, doorspekt van de resultaten in Gelderland (inderdaad niet mis) en de lovenswaardige samenwerking in de Achterhoek (wethouder van Dijk heeft het Kompas geschreven). Allemaal wetenswaardigheden die voor de bestuurders en hulpverleners klinkklare informatie zijn, maar voor Jan evengrote onzin. Hij was helemaal niet zo tevreden over het nieuwe onderkomen.
Want wij, met onze mooie banen en dikke portemonnees, wij wisten helemaal niet waar het om ging. Maar Hans Esmeijer begreep heel aardig waar het om ging: hij besefte dat het hemzelf ook zo had kunnen overkomen toen hij de verhalen las over daklozen. Maar Jan had nog meer: waar was nou die 5 ton gebleven? En hij wilde niet meer uitgemaakt worden voor zwerver. Hij vond dat een scheldwoord.
En hoe zeer ik ook mijn best doe dat te snappen, het lukte me niet. Zwerven klinkt voor mij als een eigen keuze. Je wil niet meer gebonden zijn, je neemt genoegen met het hoogst noodzakelijke en je trekt de wijde wereld in. Ik denk dan aan Swiebertje. Dakloze zijn dat is een stuk triester.
Otwin van Dijk viel hem bij. Het daklozenbestaan moet niet geromantiseerd worden. Voor de mensen zelf is er geen keus. Otwin sprak Jan en zijn vrienden aan om met deze nieuwe ruime opvangplek kansen te grijpen om iets van het leven te maken.
Zo is het, want zo lang ze nog daar rondlopen zijn ze cliënten. En dat lijkt me nog erger dan zwerver.

Gerrit Geuvers