dinsdag 13 december 2011

schoon marktplein

In grote steden wordt een plein wel eens schoongeveegd. In de jaren zestig veegden mariniers de Dam in Amsterdam schoon van al het langharig tuig, recent veegde het Egyptische leger het Tahrir-plein leeg (en schoon?) en al die occupy-bezettingen lokken ook een schoonveegactie uit.

Afgelopen nacht werd ook Doetinchem toegevoegd aan het illustere rijtje van schoongeveegde pleinen. De storm die vannacht over Nederlands raasde kwam tot in de hoekjes, dus ook de Achterhoek. Het bijna eenjarige marktplein van Doetnichem toonde zijn open karakter. De noeste arbeid van de kramenbouwers werd in een paar flinke windrukken teniet gedaan. Marcel van een groentekraam: "de doeken vlogen door de lucht en de houten balken braken als lucifershoutjes." Zo willen we het horen. In dit geweld bleef de kerstboom, ook op het plein maar vlak voor het gemeentehuis ook niet gespaard. De avond ervoor dansten de lichtjes nog uitdagend in de wind, maar de volgende morgen was het licht gebroken. Net als de boom zelf, trouwens.
Alleen langs de randen van het marktplein staan kraampjes,
rechts ligt de top van de gesneuvelde kerstboom.

"De bewoners van de apprtementen werden om half drie gewekt door het lawaai van de kramen", volgens Harrie Hendriks (groente). "Toen wij kwamen moesten eerst de kramen weer worden opgezet.
Hank Ijsseldijk (bloemen en planten) hield zijn grote vrachtauto naast zijn standplaats. "Stand by, want vanochtend zag het er nog slecht uit. Als het moest kon ik snel alles in veiligheid brengen."

Hij was alleen vandaag. "Mijn vrouw wilde wel mee, maar ik dacht al dat er weinig klandizie zou zijn met dit weer. Ik kon het vandaag goed alleen af," zegt Hank terwijl hij een stellngkar vol met kerstboompjes de laadklep optrekt. "Soms is het mooi en soms is het niets, dat hoort er gewoon bij." Om twee uur is het marktplein al weer helemaal verlaten. Maar nog niet schoon.
Gerrit Geuvers

dinsdag 25 oktober 2011

Dran! Occupeer

Er stond een klein groepje mensen voor het stadhuis het begin te markeren van Occupy Doetinchem. Als ze in een zaaltje hadden gestaan was het lekker gevuld, maar op het met grote stenen platen uitgerekte plein stelt het allemaal niet veel voor.
Volgens een organisator waren het er bijna veertig. Is dat veel?
Honderd jaar geleden zou dit een hele aardige voorhoede in de provincie geweest van een revolutionare beweging waar Pieter Jelles Troelstra zijn droom mee had kunnen verwezelijken. Nu is het een spatje van de op zich al verdunde Occupy-spirit van Amsterdam.

Waarom staan deze 40 mensen hier. Ik zou willen vragen: waarom doe je dit?
Wil je mensen die voorbij komen overtuigen? Met Jehova-getuigen heb ik ook nooit het idee dat hun colportage vruchten afwerpt. En dat geldt ook voor occupiers temidden van een publiek dat bnaar de kruitvat gaat voor de tandpasta-aanbieding en daarna een loempia bij die Vietnamees. En zondag met duizenden in hun Dran-shirt op de Vijverberg juichen voor de profs van de Graafschap.
Of wil je die voorbijgangers in hun latente ongenoegens ondersteunen. "Toe maar, wees maar boos op die enge casinokapitalisten. En op die vervuilers van de wereldzeeen. En de zeehondknuppelaars. En, vooruit, op de Grieken."
Misschien wil je enigszins narcistisch laten zien dat je aan de goede kant staat, dat je de 99% vertegenwoordigt, die zich kennelijk niet gewaar is van het gevaar. Maar als het Uur van de Waarheid daar is zul je beloond worden, want jij was er bij.
Of voel je je David die zich kwetsbar opstelt op zo'n groot plein tegen een onzichtbare Goliath, die ergens smalend vanachter de glasgevel van zijn bankgebouw op je neerkijkt. En je zal vermorzelen met zijn grote handen als hij er zin in heeft. En dat jij dat niet laat gebeuren.
Of heb je geen tijd en geld om naar het beursplein in Amsterdam te reizen. Of nog mooier van daar maar meteen met 't vliegtuig door naar Wallstreet in New York. Want je weet dat het eigenlijk daar gebeurt.

Of wil je gewoon aantonen dat je hier toch nooit wegkomt omdat er of een file staat bij Zevenaar of een seinstoring is omdat een paar bonkige boeren koperen leidingen hebben gestolen.
In dat laatste geval sluit ik me morgen bij ze aan. 't Moest maar 's afgelopen zijn.

Gerrit Geuvers

vrijdag 30 september 2011

Familie MEE

Een prijsuitreiking moet je altijd met genomineerden doen. Anders heb je geen publiek. De genomineerden nemen altijd familie en vrienden mee. Dat vult de zaal.

De raadzaal van Doetinchem was het toneel van de uitreiking van de MEE-award. Winnaars Sanne Teunissen en het bedrijf Elsinghorst. Een mooi initiatief voor mensen die iets doen voor de mens met een beperking. Want ook hier geldt het gezegde: je weet niet wat je mist als het er niet is. Je zou iedereen met plezier een ingewikkeld gebroken been wensen inclusief verblijf in een rolstoel gedurende pak 'm beet 6 weken.

Maar dat gaat niet zo maar. Dus bleven velen, onwetend, gewoon thuis of op het terras tijdens de uitreiking.

De uitreiking moet werken als een olievlek. Zegt 't voort. Mensen met een beperking horen in steeds meer dagelijkse levens een rol te spelen. Bij mij als niet (zichtbaar) beperkte medemens is er inderdaad een blinde vlek verdwenen. Mooie, maar normale verhalen van aanwezigen zorgden daarvoor.
Directeur van MEE OostGelderland is positief. Als de olievlek voor blinde vlekken volgend jaar de hele raadzaal vult is ze al tevreden. Ik vraag het me af.
Hopelijk hebben volgende genomineerden grote families.

Gerrit Geuvers

dinsdag 13 september 2011

eenzaam einde

Een ambtenaar kijkt volgens de verhalen vaak uit het raam. Sprookjes natuurlijk, maar het komt wel eens voor. Maar ook dat dient een hoger doel. Of hij doet inspiratie op of hij heeft zo snel voeling met de mensen waar hij voor werkt.
Zo overkwam het mij ook. Het was dinsdag, marktdag. Ik had ze niet zien aankomen, maar ineens stonden er twee ambulances bij het toilet. De reeds aanwezige politie schermde het stuk voor de toiletingang af. Binnen was een oude man er erg slecht aan toe. Hij had een hartaanval gehad. Zijn vrouw had al een paar keer op de deur geklopt, maar hij reageerde niet. Een collega van me is geattendeerd en heeft de deur geforceerd en met een defibrilator geprobeerd leven in de man te krijgen.
Het mocht niet baten. Van de man heb ik niets gezien. Ook van zijn vrouw niet. Maar het beeld van haar voor de toiletdeur laat me niet los. De groeiende wanhoop, de verbijstering en het verdriet.
Een mooie dag was het, na de koffie naar de markt, zoals elke dinsdag. Rustig wandelen en kijken. Achter de rollator.
Misschien was hij niet helemaal lekker en dan loopt het zo af. Alleen op een openbaar toilet.
En dan die rollator. Die is achtergebleven en staat gewoon nog naast een marktkraam. Toen was er nog niets aan de hand. Een politie-agente neem het maar mee.
Posted by Picasa

zondag 26 juni 2011

Nieuwe nomaden

Ik had ze niet gemist als ze er niet waren, maar het gaf een extra dimensie nu ze toch bij festival Buitengewoon zijn geweest: de campers. Niet camp, maar gewoon gewoon. Tussen negen en tien lopen e mannen met een chemisch toiletje op rolletjes en de handdoek over de schouders naar het toiletgebouw van de hockeyclub. De kouwe kak weggooien. En onderwijl laten de dames het koffieapparaatje pruttelen. Op stroom uit wel drie accu's, die gevuld worden door zonnecollectoren. Herstel: daglichtcollectoren. Die zitten op het dak van de camper, naast de schotel waarmee de hele wereld aan hun voeten ligt. Want mobiel als ze zijn, 't opsnuiven van andere culturen kan niet ver genoeg reiken.
Maar in het buitenland is BVN de favoriet begrijp ik uit de reacties van drie campers. Het buitenland moet nog even wachten want eerst is Doetinchem aan de beurt. Het straattheater is de trekker voor deze nieuwe nomaden, die kamp hebben gemaakt op een grasveldje naast de hockeyvelden van DHC. Ze vonden het leuk. Het weer was zaterdag niet mooi van vandaag wordt het top. "We maken het altijd gezellig, het mooie is hier dat we in een kring kunnen staan." En zo is het. Als een groep indianen of pioneers is hun karavaan in carré geformeerd. In het midden zit de groep aan de koffie. Plannen te maken voor vandaag en het wel en wee van de camper door te nemen: "zo'n daglichtcollector heb je echt wel nodig. Ik heb er drie dagen stroom van. En dan kijk ik elke avond televisie."
Het zijn er vriendelijke mensen. Een groet is wel het minste maar een praatje met de nieuweling is niet meer dan normaal. Heel erg vriendelijk, zelfs. Ik word er bijna naar van.
"De club heetCCN, dat staat voor Camperclub Nederland. We hebben zo'n 1200 leden. Dat is niet eens veel. De grootste club heeft wel 21.000 leden. Wij zijn een gezellige club. Per jaar hebben we 25 weekenden gepland. Daar kun je op inschrijven."
In de loop van zondagmiddag of -avond vertrekken ze weer naar huis. Reken er maar op dat het heel netjes wordt achtergelaten. De laatste zal met prikker en plastic zak de laatste restjes opruimen. En dan kunnen ze thuis nog even meegenieten van de schreeuwende buurkinderen, de flink rokende barbeque van buurman en de schetterende stem van de buurvrouw die de hond naar binnen stuurt. Gelukkig is studio voetbal afgelopen.
Gerrit Geuvers

vrijdag 24 juni 2011

laatste lootjes

Het stadhuis van Doetinchem is bijna klaar. Dat wil zeggen, de verbouwing want het is nooit weggeweest. Iedereen heeft van de buitenkant het proces kunnen volgen, maar wat er nou precies is gebeurd weten maar weinig.
Maar kan iedereen wel binnen komen. Een mooi bordes met hellingbaan is voor de burger de ingang. De ambtenaar die met auto of openbaar vervoer komt mag daar vast ook naar binnen. Maar medewerkers met de fiets hebben het moeilijk. Er is namelijk nog geen fietskelder.
Er is wel aan gedacht volgens de projectleider. "Maar het binnenwerk had prioriteit. De fietsenkelder komt naast het stadhuis, gedeeltelijk onder de weg." Nu wordt nog met man en macht gewerkt om uit het gat iets moois op te trekken. Zelfs tot vrijdag half zeven. 's Avonds wel te verstaan, zie foto.
Nog even dus en dan is het klaar. Het beste nieuws is dan wel dat de afdeling bouwen en wonen weer terug is op z'n oude plek. Dan kan het verwijsbordt eindelijk weg worden gehaalt.
Gerrit Geuvers

zaterdag 18 juni 2011

Mijn kelder

Afgelopen donderdag had het hard geplenst, een hoosbui. In lager gelegen delen van de stad stonden panden blank. Het gemeentelijk riool kreeg de schuld. Maar ook kwam het water van de plafonds. Had ik vorig jaar ook, de dakgoten zaten verstopt door blad en het stroomde onder het dak. Tja, dan krijg je dat.
Maar dit jaar was ik weer aan de beurt. Veel water bleek tijdens de bui niet in de regenpijp omdat de bak om de dakgoot zo lek is als een mandje. Ik zal de huiseigenaar er op aanspreken. Maar donderdag stroomde het hemelwater ongestoord het terras op en zocht het in zijn woeste gang naar de laagste punten. Dat was nu ook over de rand van het kelderluik. Afijn, de kelder stond blank. Een vorm van overmacht zou je kunnen zeggen.
Gisteravond, een dag na de bui, ontdekte ik het pas. Aardappelen pakken maar ik sopte door een laagje van een halve tot 3 cm water. Niet eerder aan gedacht dat de kelder wel eens blank kon staan. De plafonds had ik na de hoosbui goed bestudeerd. Allemaal droog. Maar de kelder ....., hoe logisch moet een mens soms denken.
Gisteravond begon ik dus met het opdweilen van het water. Een werkje waar mijn gedachten de vrije loop krijgen. Ik kreeg er gewoon lol in, neuriënd en fluitend, volle dweil na volle dweil, zag ik de economische zware tijden, de bezuinigingen op het werk met gedwongen ontslagen als een hoosbui op mijn huis neerstorten. Nooit gezorgd voor een goede infrastructuur, voor een modernere aanpak. Ook niet na de winstwaarschuwing vorig jaar. Die dakgoot bleef gewoon diezelfde zwakke plek. En nu de recessie daar is, moeten we dweilen. Emmer na emmer bracht ik naar boven. Het gemeenlijk riool zorgde voor de rest. De spieren glimden van inspanning op mijn armen, blij met deze gratis onderhoudsbeurt.
Vanochtend wierp ik hoopvol een blik in het met een peertje beschenen donkere gat van de kelder. En ja hoor, droge plekken waren er te zien, langs de randen was het nog vochtig, maar de operatie was geslaagd.
Om het allemaal af te ronden ging ik met de bezem door de hele kelder. Achterin lag toch nog water. Een beetje de ellende verspreiden over de droge delen. En meteen even de rommel opruimen. Schrob, schrob, schrob. Schep, schep, schep. En toen was het gebeurd.
Nog nooit zag die kelder er uit als mijn kelder. Ineens was het geen rommelig gat voor aardappelen, pakken frisdrank en bier, maar een fraaie koele ruimte waar wijn komt te liggen. Gewelven en een voorproeftafeltje. Wachtend op langzaam op dronk komende mooie wijnen. Een ruimte waarin geïnvesteerd wordt. Een kansrijke plek na geleden te hebben onder een hoosbui. Wel de dakgoot maken.
Gerrit Geuvers

dinsdag 14 juni 2011

niet voor voor harde werkers

De Doetinchemse uitdaging heet het, maar wat is het? Jonge honden, oude rotten. Maatschappelijk verantwoord ondernemen. En ja, zelfs maatschappelijk bewust ondernemen. Mensen, middelen en materiaal.
Fraaie woorden, maar gelukkig soms ook zo simpel, de spullenbank en cadeautjesbank.
De eerste stukjes in de krant leverden al veel reacties op van groepen mensen, instellingen en andere behoeftigen. Maar niet alle wensen werden gehonoreerd. Een bewoner van het Waterrijk was flink in zijn wiek geschoten dat zijn verzoek was afgewezen. "En waarom dan wel?" kwam hij verhaal halen in het Metzo, waar de officiële start plaatsvond.
Volgens Gerda Geurtsen, manager van de Doetinchemse Uitdaging ("maar ik doe niet het werk"), kwam dat omdat de groep mensen best zelf kon voorzien in een oplossing. En inderdaad zag de man er uit alsof hij nog wel een plakje kon missen. En zo zijn er meer die hun eigen handen uit de mouwen moeten steken.
Geurtsen en haar matchgroep pakt het streng aan. "Er moet niet een nieuwe overheid worden gecreeërd, waar mensen aankomen om de hand op te houden. Het is bijvoorbeeld voor verenigingen die heel specifiek iemand nodig hebben en bij voorkeur voor één klus. "
Is dat niet gewoon een vrijwilligerscentrale? "Nee, we doen meer. Voor een instelling die meubilair nodig heeft maken we een match met een bedrijf die zijn spullen kwijt moet. En de mensen en materialen worden geleverd door deelnemende bedrijven."
Het werk wordt gedaan door de jonge honden. Zij beoordelen een aanvraag en zij zorgen voor een match. Welbeschouwd zijn de jonge honden de enigen die in dit project echt werken, want de oude rotten zitten in het bestuur of kletsen en borrelen zich een slag in de rondte in hun netwerk. Ook heel belangrijk want anders vind je geen bedrijven die een kinderboerderij opknappen.
Bij de officiële start was er geen plek voor harde werkers. Die hete aardappel werd vakkundig doorgeschoven. Flip Juch, de animerende leider van de middag, wordt de eerste voorzitter van het bestuur. Dan hoef je niet te werken. En wethouder Kroon ook niet, hij zette de gemeente op afstand ("zelfs niet in het bestuur, maar wel structurele bijdrage"). En notaris Kamps liet duidelijk merken dat hij van de cruijffiaanse school is: het ziet er zo simpel uit, notaris zijn. Niet hard werken dus. En Geurtsen dus ook al niet. Maar zij liep in ieder geval met een zware tas het Metzo uit. Maar het kostte haar geen moeite.
Dat is denk ik de Doetinchemse Uitdaging: doe niet alles zelf, dan werk je veel te hard. Zoek mensen die het beter kunnen en je willen helpen.
Gerrit Geuvers

zondag 10 april 2011

Zwerver


Waarom er zwervers zijn heeft me altijd verbaasd. Maar sinds kort ken ik een beetje het verhaal van Hamori, de zwerver met de blauwe vuilniszak. Hij loopt door Doetinchem met steeds groter wordende scheuren in zijn broek. In die vuilniszak heeft-ie zijn hele hebben en houwen zitten, maar geen extra broek.

Ik spreek Hamori wel eens. Hij is grappig, maar ook verbitterd. Hij is Hongaar, is getrouwd geweest en woonde en werkte in de Achterhoek. Maar hij is gescheiden en er ging meer mis. Hamori is in de hoek beland waar de klappen vallen. Hij is zelfs al niet meer welkom voor koffie bij de Albert Heijn, de Coop of de C1000 in de stad.

Hij zegt te zijn bestolen. Maar door wie wordt mij niet duidelijk. Kennelijk zijn enkele kostbaarheden ontvreemd, maar ook voelt hij zich bestolen door de overheid.

Maar waarom doe je niet een betere broek aan? Er worden hem van alle kanten broeken aangeboden, maar hij weigert categorisch. "Het wordt nu warmer dus kan me dat niet zo veel deren. Maar ik hoef helemaal geen broek, ik wil een uitkering. Dan koop ik zelf wel een broek."

Hij zit in de hoek waar de klappen vallen, maar is ook trots en rete-eigenwijs. Misschien heeft het wel met elkaar te maken.

Gerrit Geuvers

vrijdag 1 april 2011

woordwolk

Voor een Wmo-presentatie heb ik de volgende woordwolk gemaakt. Kan 'm alleen maar in een blog of website kwijt. Dat laatste heb ik niet. Wordle: WMO beleidsregels

maandag 28 februari 2011

stemadvies voor koeien

Om half een was er voor de provinciale verkiezingen een debat in Doetinchem. Met de trein kwamen de Gelderse politici aan. En met de trein gaan ze nog verder de Achtehoek in, naar Winterswijk. Ik dacht mijn stem nog te kunnen geven aan de sterkste kandidaat, maar dat is niet gelukt. Ten eerste was ik te laat, maar bovenal kon ik m'n aandacht niet vasthouden.

Gelukkig was Frans Miggelbrink er om wat begrijpelijke teksten te roepen (op de foto op de rug gezien). Maar hij was de gespreksleider, dus niet verkiesbaar. Ook niet als de twitterende boer Frits.

De enige die opviel in de gematigde brei aan woorden was Chris van den Bosch, nummer 4 op de VVD-lijst (op de foto vooraan, witte sjaal). Met een paar opmerkingen wist hij me te raken en bovendien sprak hij luid en helder.

"Het kan niet zo zijn dat straks 5 herten op een wildviaduct staan te kijken naar een kilometers lange file". Dat is helder, dacht ik: asfalt, geen natuur. In een notendop het verkiezingsprogramma van de VVD. Ook al ben je het er niet mee eens, je weet in ieder geval waar je op stemt.

Even later zat van der Bosch weer goed: "De provincie is niet de pinautomaat voor de gemeenten" zei hij toen Esther van de Haar voor meer aandacht (en geld) voor cultuur pleitte. De anderen bleven steken in dat "de provincie niet de verantwoordelijkheid van de gemeenten" enzovoorts. Wederom een punt.

Bijna had ik mijn stembiljet aan van der Bosch overhandigd, maar net op tijd begreep ik het ingestudeerde karakter van de oneliners. Oneliners zijn wel erg gemakkelijk. Ineens zag ik Wilders voor me met zijn gemakkelijk scoren. Van der Bosch is anders, geloof ik direct, maar die manier stuit me tegen de borst. Ik zou liever hebben dat-ie zegt: geen natuur, wel asfalt of de provincie geeft gemeenten geen geld voor cultuur.

Als de provincie geen pinautomaat is ben ik geen stemkoe. En dan stem ik wel op @Boerfrits.

Gerrit Geuvers

zaterdag 5 februari 2011

een warme boodschap

Een paar jaar geleden was-ie ook in Doetinchem, Guus Meeuwis. Toen stond het hele plein vol. Zo vol dat er mensen in paniek raakten en anderen bijna onder de voet werden gelopen.

Nu was zijn hele optreden niet aangekondigd en was alleen de Engelenbak gevuld. Aanvankelijk konden mensen niet naar binnen maar tijdens het optreden gingen er steeds meer haringen in de ton. Even schudden en er is weer ruimte. Er gaan veel engelen in een bak.

De Engelenbak ligt aan de veemarkt, maar daar stonden alleen rokers en mensen die even wilden uitwaaien. Met 75 km/u ging het langs de oren. Dus gauw weer naar binnen. Guus deed zijn werk naar behoren. Hij had nog zeven man achter zich staan. Bijna een volksverhuizing, maar Guus doet dit op maar vier keer. Gewoon in een kroeg ergens in Nederland. Dus ook in Doetinchem, zeg ik dan.

Toen ik wegliep stonden twee vrouwen in een portiek bij een deur geknield. Ik dacht dat ze uit de wind een sigaret stonden aan te steken, maar door mijn gestommel voelden ze zich betrapt. Met een Brabants accent vroegen ze mij of ik door het bovenraampje kon kijken. "Ho ho, mevrouwtje wat zijn wij daar van plan" (ik voelde een politiepet door mijn haar groeien). In ieder geval wilde ik me geen medeplichtige laten worden van kruimeldiefstal. Maar ze wisten me gerust te stellen. Want achter deze deur daar moest toch de enige echte Guus rondlopen. En die wilden ze wel zien. Wat ze dan door die brievenbus verwachten weet ik niet. Een warme boodschap waarschijnlijk. Of ik het leuk vond met "hun" Guus. Natuurlijk, dames, maar ondertussen dacht ik aan Turkije, lekker langs het strand en vast ook warm met Guus, onze Guus. En een beetje Pierre, de brabo. Pierre van Hooijdonk, anderhalve pas achter hem.



Gerrit Geuvers

dinsdag 25 januari 2011

It's vandaag gesloten


Sta je voor de deur om een statief voor een fototoestel te zoeken Is It Closed. Alleen "vandaag gesloten, in verband met een reorganisatie bij ons moederbedrijf" staat op het papiertje op de deur. "Dan kom ik morgen wel even weer kijken". Maar een man met muts zegt me dat het wel langer kan duren. "Dat stond op Nu.nl. Het moederbedrijf is failliet".

Moeder heeft het zwaar gehad. Maar laat nu 1000 kinderen in de steek. Dat vindt de concurrent Scheer&Foppen vervelend. "Maar het was ook een goede concurrent. Qua prijs maakten we niet veel verschil. Maar wij boden meer service. We hadden beiden onze sterke punten. Het is slecht voor de markt hier."

Schuin tegenover It's is twee en een halve maand geleden Leo van Schaijik gekomen. "Meer ruimte, maar ook een betere loop." En ja, ook prettig dichtbij de concurrent. Want zo werkt de markt: snel kunnen vergelijken. "Maar het ergste vind ik het voor de medewekers. Erg onzeker voor ze, misschien komt er een doorstart, maar dat weet je niet".

Voorlopig blijft de deur nog dicht met de tekst dat ze "vandaag gesloten"zijn. Er had ook kunnen staat "Morgen gratis bier". Dat is dus nooit.

Gerrit Geuvers

maandag 24 januari 2011

Dijkshoorn en de Achterhoek

De Achterhoeker heeft een minderwaardigheidsgevoel. Dat is bij geboorte zo geregeld. Inferieur ten opzichte van de randstad en Arnhem. Maar dat gevoel is niet algemeen, want op qua nuchterheid voelen we ons juist superieur. De Achterhoeker is Übernuchter.
Gisteravond (23 januari 2011) was er een meetmoment voor die geografische bepaaldheid. Dijkshoorn was in Doetinchem voor een lezing in de Gruitpoort
Nico Dijkshoorn is een Alpha-mannetje. En uit de randstad. Amsterdam zelfs. De ideale meetlat voor boven- en onderschikking dus.
Hoe gaat de Achterhoeker met zo’n arrogante zak om? vroeg ik me vooraf af. Is de aangeboren minderwaardigheid nog aanwezig? En wentelen wij ons nog steeds graag in die vermeende nuchterheid?

Dijkshoorn begon te stellen dat hij een hekel had aan arrogantie. Duidelijk. De man gaat even voor ons op de hurken en zegt ons dat we niet bang hoeven te zijn.
Daarna kon hij met gerust hart opsnijden over de tienduizenden lezers via geenstijl.nl, de miljoenen kijkers van DWDD en de brede baaierd aan columns die hij verzorgt. Oké, de randstedelijke superioriteit. Maar wij, de zaal, lieten ons niet intimideren. We applaudiseerden niet voor elk verhaal even hard. Hij moest het verdienen.

Over de Achterhoekse nuchterheid bediende Nico Dijkshoorn mij met een anekdote die, ook al is er maar de helft van waar, een strak antwoord gaf.
Een jaar of tien geleden was Dijkshoorn aanwezig op de Vijverberg om de wedstrijd Graafschap tegen Excelsior te bekijken. Uit zijn beschrijving kreeg ik echt de indruk dat-ie er geweest was. Daarna kreeg de anekdote een wending die de waarheid hooguit zal aanraken, maar de strekking was duidelijk: de randstedeling zou die eenvoudige boeren (ook al hebben ze dan een kostuum aan) laten inzien dat hun denkwereld mijlen ver verwijderd is van de hogere cultuur in het westen des lands.
In de Centric-lounge prikkelde hij een paar aanwezigen met neerbuigende opmerkingen, die, na het aanhoren van het relaas, slechts reageerden met het aanbieden van een bitterbal.
Met die nuchterheid hier zit het dus wel goed. In ieder geval volgens Dijkshoorn. En de zaal ging plat aan het applaus te horen. Dat wil de Achterhoeker graag horen. Een opgewonden Amsterdammer die op een gastvrije wijze op z'n nummer wordt gezet.

Er ontstond een gevoel van gelijkwaardigheid. Enerzijds de bravour van de Amsterdammer met z'n verhalen en gedichten achter de lessenaar en anderzijds de Achterhoeker overtuigd van zichzelf en zijn sterke eigenschappen.
Het leek dus allemaal goed te komen met mijn onderzoek. Dat wil zeggen: mijn vooronderstelling werd gelogenstraft. Maar de kruik gaat net zo lang te water totdat die barst, want bij het rondje vragen kwam weer die eeuwige twijfel: "Vond u het leuk hier in de Achterhoek?" Met een glimlach vertelde Dijkshoorn te genieten van iedere voordracht. Of woorden van soortgelijke strekking. Ik weet het niet meer. Het kwaad was al geschied.
En na de tweede signeersessie (de Achterhoek heeft de aanwezige boekenvoorraad gekocht als blijk van verering) werd de vraag nogmaals gesteld, maar dan anders. "Viel het mee in de Achterhoek?" Ja hoor, Dijkshoorn had familie in de buurt en ging zich bij hen verpozen. En hij schoof aan bij een viertal mensen die waarschijnlijk zo'n 100 km hadden gereden om in Doetinchem te komen.
Onderzoek geslaagd.

Gerrit Geuvers

zondag 23 januari 2011

onzichtbaarheidsmantel

Voor velen gaat de wetenschap op grote afstand te werk. Onzichtbaar, als achter een dikfluwelen doek. De meeste politici en bestuurders weten er weinig van. En als ze het wel weten laten ze het behoorlijk afweten. Ze gaan ervan uit dat wetenschappers slimme mensen zijn.
Maar hoe dom kan een wetenschapper zijn? Oppenheimer keek met verbazing naar de verwoesting van de atoombom in Hiroshima. Maar hij wist heel goed waar hij mee bezig was en ging zelfs door toen de wapenwedloop met de nazi's afgelopen was.
Nu is het de beurt aan John Pendry. Hij is al 67 jaar maar kennelijk een groot fan van Harry Potter. De onzichtbaarheidsmantel uit de boeken van Rowling heeft hem aan het denken gezet. En, zoals dat gaat met sprookjes, meerdere mensen hebben het gelezen en werden enthousiast. Ook toevallig wetenschappers.
En daar wreekt zich de tweede illusie over wetenschap. Het is geen bezigheid van slimme, wat naieve nerds, maar het is een keiharde concurrentieslag. Wie de meest spectaculaire uitspraken doet, zonder dat ze worden afgedaan als lariekoek, krijgt het meeste geld. En het geld van het Pentagon is het meeste waard, want een onuitputtelijk bron.
Pendry heeft zijn ziel verkocht aan defensie door te zeggen dat de VS voorbereid moeten zijn op nieuwe technieken van de aanvallers. Aanvallers die ook niet stilzitten, zoals hij uit het enthousiasme tijdens zijn lezingen moet opmaken.
De wetenschap is niet alleen dom, maar ook a-moreel. Tijd om die onzichtbaarheidsmantel er af te trekken.
Gerrit Geuvers

woensdag 19 januari 2011

bomen voorbereiden op het verkeer

Lawaaimakers zijn het, bomensnoeiers.

Met een benzinemotorzaag gaat Bert een laaghangende tak te lijf. "Dode takken snoeien we uit de hele boom. En we snoeien bomen tot 6 meter op, bij wegen waar vrachtwagens rijden. Op een parkeerplaats blijven we lager." Wim pakt een dranghek en schuift die een stukje op zodat er weer auto's kunnen parkeren.

De bomen rond het gemeentehuis van Doetinchem worden klaargemaakt voor weer een verkeersrijk seizoen. De platanen op de parkeerplaats aan de Tjalmastraat krijgen een beurt van onderen. "Maar soms snoeien we iets hoger op. Zeker de takken waar de marktkooplui al aan hebben geknabbeld. Die hangen gewoon te laag. Maar hier komt misschien ook een doorgaande weg. Dus kijken we hoe we de lagere takken nu al kunnen weghalen. We moeten wel kijken hoe de vorm van de boom is. Er moeten niet twee kruinen in een boom komen. En hij moet natuurlijk niet scheef komen te staan.

Hier en daar hangen takken nog wel wat laag. "Maar je kunt niet bezig blijven, anders maak je zo'n boom dood. Dan moet je maar een jaartje wachten. Maar platanen, deze ook, kunnen wel wat hebben. Eiken ook. Bij berken moet je je beperken tot vier takken."

Bert en Wim zijn bijna aan het einde van de klus. Wim wijst naar de lucht, waar een donkere lucht, zwanger van regen, aankomt.

Bert werkt vanuit zijn hoogwerker met een Duitstalige opdruk. "Het is geen Duits bedrijf hoor. We zijn van Kamphues uit Zutphen. Vanuit die hoogte kan Bert niet goed zien hoe de vorm van de boom is. Vanaf de straat geef ik hem aanwijzingen. Maar het is niet zo dat ik aanwijzingen mag geven omdat ik niet in de hoogwerker sta te zagen. Het gaat wel goed tussen ons."

Gerrit Geuvers