zondag 26 juni 2011

Nieuwe nomaden

Ik had ze niet gemist als ze er niet waren, maar het gaf een extra dimensie nu ze toch bij festival Buitengewoon zijn geweest: de campers. Niet camp, maar gewoon gewoon. Tussen negen en tien lopen e mannen met een chemisch toiletje op rolletjes en de handdoek over de schouders naar het toiletgebouw van de hockeyclub. De kouwe kak weggooien. En onderwijl laten de dames het koffieapparaatje pruttelen. Op stroom uit wel drie accu's, die gevuld worden door zonnecollectoren. Herstel: daglichtcollectoren. Die zitten op het dak van de camper, naast de schotel waarmee de hele wereld aan hun voeten ligt. Want mobiel als ze zijn, 't opsnuiven van andere culturen kan niet ver genoeg reiken.
Maar in het buitenland is BVN de favoriet begrijp ik uit de reacties van drie campers. Het buitenland moet nog even wachten want eerst is Doetinchem aan de beurt. Het straattheater is de trekker voor deze nieuwe nomaden, die kamp hebben gemaakt op een grasveldje naast de hockeyvelden van DHC. Ze vonden het leuk. Het weer was zaterdag niet mooi van vandaag wordt het top. "We maken het altijd gezellig, het mooie is hier dat we in een kring kunnen staan." En zo is het. Als een groep indianen of pioneers is hun karavaan in carré geformeerd. In het midden zit de groep aan de koffie. Plannen te maken voor vandaag en het wel en wee van de camper door te nemen: "zo'n daglichtcollector heb je echt wel nodig. Ik heb er drie dagen stroom van. En dan kijk ik elke avond televisie."
Het zijn er vriendelijke mensen. Een groet is wel het minste maar een praatje met de nieuweling is niet meer dan normaal. Heel erg vriendelijk, zelfs. Ik word er bijna naar van.
"De club heetCCN, dat staat voor Camperclub Nederland. We hebben zo'n 1200 leden. Dat is niet eens veel. De grootste club heeft wel 21.000 leden. Wij zijn een gezellige club. Per jaar hebben we 25 weekenden gepland. Daar kun je op inschrijven."
In de loop van zondagmiddag of -avond vertrekken ze weer naar huis. Reken er maar op dat het heel netjes wordt achtergelaten. De laatste zal met prikker en plastic zak de laatste restjes opruimen. En dan kunnen ze thuis nog even meegenieten van de schreeuwende buurkinderen, de flink rokende barbeque van buurman en de schetterende stem van de buurvrouw die de hond naar binnen stuurt. Gelukkig is studio voetbal afgelopen.
Gerrit Geuvers

vrijdag 24 juni 2011

laatste lootjes

Het stadhuis van Doetinchem is bijna klaar. Dat wil zeggen, de verbouwing want het is nooit weggeweest. Iedereen heeft van de buitenkant het proces kunnen volgen, maar wat er nou precies is gebeurd weten maar weinig.
Maar kan iedereen wel binnen komen. Een mooi bordes met hellingbaan is voor de burger de ingang. De ambtenaar die met auto of openbaar vervoer komt mag daar vast ook naar binnen. Maar medewerkers met de fiets hebben het moeilijk. Er is namelijk nog geen fietskelder.
Er is wel aan gedacht volgens de projectleider. "Maar het binnenwerk had prioriteit. De fietsenkelder komt naast het stadhuis, gedeeltelijk onder de weg." Nu wordt nog met man en macht gewerkt om uit het gat iets moois op te trekken. Zelfs tot vrijdag half zeven. 's Avonds wel te verstaan, zie foto.
Nog even dus en dan is het klaar. Het beste nieuws is dan wel dat de afdeling bouwen en wonen weer terug is op z'n oude plek. Dan kan het verwijsbordt eindelijk weg worden gehaalt.
Gerrit Geuvers

zaterdag 18 juni 2011

Mijn kelder

Afgelopen donderdag had het hard geplenst, een hoosbui. In lager gelegen delen van de stad stonden panden blank. Het gemeentelijk riool kreeg de schuld. Maar ook kwam het water van de plafonds. Had ik vorig jaar ook, de dakgoten zaten verstopt door blad en het stroomde onder het dak. Tja, dan krijg je dat.
Maar dit jaar was ik weer aan de beurt. Veel water bleek tijdens de bui niet in de regenpijp omdat de bak om de dakgoot zo lek is als een mandje. Ik zal de huiseigenaar er op aanspreken. Maar donderdag stroomde het hemelwater ongestoord het terras op en zocht het in zijn woeste gang naar de laagste punten. Dat was nu ook over de rand van het kelderluik. Afijn, de kelder stond blank. Een vorm van overmacht zou je kunnen zeggen.
Gisteravond, een dag na de bui, ontdekte ik het pas. Aardappelen pakken maar ik sopte door een laagje van een halve tot 3 cm water. Niet eerder aan gedacht dat de kelder wel eens blank kon staan. De plafonds had ik na de hoosbui goed bestudeerd. Allemaal droog. Maar de kelder ....., hoe logisch moet een mens soms denken.
Gisteravond begon ik dus met het opdweilen van het water. Een werkje waar mijn gedachten de vrije loop krijgen. Ik kreeg er gewoon lol in, neuriënd en fluitend, volle dweil na volle dweil, zag ik de economische zware tijden, de bezuinigingen op het werk met gedwongen ontslagen als een hoosbui op mijn huis neerstorten. Nooit gezorgd voor een goede infrastructuur, voor een modernere aanpak. Ook niet na de winstwaarschuwing vorig jaar. Die dakgoot bleef gewoon diezelfde zwakke plek. En nu de recessie daar is, moeten we dweilen. Emmer na emmer bracht ik naar boven. Het gemeenlijk riool zorgde voor de rest. De spieren glimden van inspanning op mijn armen, blij met deze gratis onderhoudsbeurt.
Vanochtend wierp ik hoopvol een blik in het met een peertje beschenen donkere gat van de kelder. En ja hoor, droge plekken waren er te zien, langs de randen was het nog vochtig, maar de operatie was geslaagd.
Om het allemaal af te ronden ging ik met de bezem door de hele kelder. Achterin lag toch nog water. Een beetje de ellende verspreiden over de droge delen. En meteen even de rommel opruimen. Schrob, schrob, schrob. Schep, schep, schep. En toen was het gebeurd.
Nog nooit zag die kelder er uit als mijn kelder. Ineens was het geen rommelig gat voor aardappelen, pakken frisdrank en bier, maar een fraaie koele ruimte waar wijn komt te liggen. Gewelven en een voorproeftafeltje. Wachtend op langzaam op dronk komende mooie wijnen. Een ruimte waarin geïnvesteerd wordt. Een kansrijke plek na geleden te hebben onder een hoosbui. Wel de dakgoot maken.
Gerrit Geuvers

dinsdag 14 juni 2011

niet voor voor harde werkers

De Doetinchemse uitdaging heet het, maar wat is het? Jonge honden, oude rotten. Maatschappelijk verantwoord ondernemen. En ja, zelfs maatschappelijk bewust ondernemen. Mensen, middelen en materiaal.
Fraaie woorden, maar gelukkig soms ook zo simpel, de spullenbank en cadeautjesbank.
De eerste stukjes in de krant leverden al veel reacties op van groepen mensen, instellingen en andere behoeftigen. Maar niet alle wensen werden gehonoreerd. Een bewoner van het Waterrijk was flink in zijn wiek geschoten dat zijn verzoek was afgewezen. "En waarom dan wel?" kwam hij verhaal halen in het Metzo, waar de officiële start plaatsvond.
Volgens Gerda Geurtsen, manager van de Doetinchemse Uitdaging ("maar ik doe niet het werk"), kwam dat omdat de groep mensen best zelf kon voorzien in een oplossing. En inderdaad zag de man er uit alsof hij nog wel een plakje kon missen. En zo zijn er meer die hun eigen handen uit de mouwen moeten steken.
Geurtsen en haar matchgroep pakt het streng aan. "Er moet niet een nieuwe overheid worden gecreeërd, waar mensen aankomen om de hand op te houden. Het is bijvoorbeeld voor verenigingen die heel specifiek iemand nodig hebben en bij voorkeur voor één klus. "
Is dat niet gewoon een vrijwilligerscentrale? "Nee, we doen meer. Voor een instelling die meubilair nodig heeft maken we een match met een bedrijf die zijn spullen kwijt moet. En de mensen en materialen worden geleverd door deelnemende bedrijven."
Het werk wordt gedaan door de jonge honden. Zij beoordelen een aanvraag en zij zorgen voor een match. Welbeschouwd zijn de jonge honden de enigen die in dit project echt werken, want de oude rotten zitten in het bestuur of kletsen en borrelen zich een slag in de rondte in hun netwerk. Ook heel belangrijk want anders vind je geen bedrijven die een kinderboerderij opknappen.
Bij de officiële start was er geen plek voor harde werkers. Die hete aardappel werd vakkundig doorgeschoven. Flip Juch, de animerende leider van de middag, wordt de eerste voorzitter van het bestuur. Dan hoef je niet te werken. En wethouder Kroon ook niet, hij zette de gemeente op afstand ("zelfs niet in het bestuur, maar wel structurele bijdrage"). En notaris Kamps liet duidelijk merken dat hij van de cruijffiaanse school is: het ziet er zo simpel uit, notaris zijn. Niet hard werken dus. En Geurtsen dus ook al niet. Maar zij liep in ieder geval met een zware tas het Metzo uit. Maar het kostte haar geen moeite.
Dat is denk ik de Doetinchemse Uitdaging: doe niet alles zelf, dan werk je veel te hard. Zoek mensen die het beter kunnen en je willen helpen.
Gerrit Geuvers