dinsdag 25 januari 2011

It's vandaag gesloten


Sta je voor de deur om een statief voor een fototoestel te zoeken Is It Closed. Alleen "vandaag gesloten, in verband met een reorganisatie bij ons moederbedrijf" staat op het papiertje op de deur. "Dan kom ik morgen wel even weer kijken". Maar een man met muts zegt me dat het wel langer kan duren. "Dat stond op Nu.nl. Het moederbedrijf is failliet".

Moeder heeft het zwaar gehad. Maar laat nu 1000 kinderen in de steek. Dat vindt de concurrent Scheer&Foppen vervelend. "Maar het was ook een goede concurrent. Qua prijs maakten we niet veel verschil. Maar wij boden meer service. We hadden beiden onze sterke punten. Het is slecht voor de markt hier."

Schuin tegenover It's is twee en een halve maand geleden Leo van Schaijik gekomen. "Meer ruimte, maar ook een betere loop." En ja, ook prettig dichtbij de concurrent. Want zo werkt de markt: snel kunnen vergelijken. "Maar het ergste vind ik het voor de medewekers. Erg onzeker voor ze, misschien komt er een doorstart, maar dat weet je niet".

Voorlopig blijft de deur nog dicht met de tekst dat ze "vandaag gesloten"zijn. Er had ook kunnen staat "Morgen gratis bier". Dat is dus nooit.

Gerrit Geuvers

maandag 24 januari 2011

Dijkshoorn en de Achterhoek

De Achterhoeker heeft een minderwaardigheidsgevoel. Dat is bij geboorte zo geregeld. Inferieur ten opzichte van de randstad en Arnhem. Maar dat gevoel is niet algemeen, want op qua nuchterheid voelen we ons juist superieur. De Achterhoeker is Übernuchter.
Gisteravond (23 januari 2011) was er een meetmoment voor die geografische bepaaldheid. Dijkshoorn was in Doetinchem voor een lezing in de Gruitpoort
Nico Dijkshoorn is een Alpha-mannetje. En uit de randstad. Amsterdam zelfs. De ideale meetlat voor boven- en onderschikking dus.
Hoe gaat de Achterhoeker met zo’n arrogante zak om? vroeg ik me vooraf af. Is de aangeboren minderwaardigheid nog aanwezig? En wentelen wij ons nog steeds graag in die vermeende nuchterheid?

Dijkshoorn begon te stellen dat hij een hekel had aan arrogantie. Duidelijk. De man gaat even voor ons op de hurken en zegt ons dat we niet bang hoeven te zijn.
Daarna kon hij met gerust hart opsnijden over de tienduizenden lezers via geenstijl.nl, de miljoenen kijkers van DWDD en de brede baaierd aan columns die hij verzorgt. Oké, de randstedelijke superioriteit. Maar wij, de zaal, lieten ons niet intimideren. We applaudiseerden niet voor elk verhaal even hard. Hij moest het verdienen.

Over de Achterhoekse nuchterheid bediende Nico Dijkshoorn mij met een anekdote die, ook al is er maar de helft van waar, een strak antwoord gaf.
Een jaar of tien geleden was Dijkshoorn aanwezig op de Vijverberg om de wedstrijd Graafschap tegen Excelsior te bekijken. Uit zijn beschrijving kreeg ik echt de indruk dat-ie er geweest was. Daarna kreeg de anekdote een wending die de waarheid hooguit zal aanraken, maar de strekking was duidelijk: de randstedeling zou die eenvoudige boeren (ook al hebben ze dan een kostuum aan) laten inzien dat hun denkwereld mijlen ver verwijderd is van de hogere cultuur in het westen des lands.
In de Centric-lounge prikkelde hij een paar aanwezigen met neerbuigende opmerkingen, die, na het aanhoren van het relaas, slechts reageerden met het aanbieden van een bitterbal.
Met die nuchterheid hier zit het dus wel goed. In ieder geval volgens Dijkshoorn. En de zaal ging plat aan het applaus te horen. Dat wil de Achterhoeker graag horen. Een opgewonden Amsterdammer die op een gastvrije wijze op z'n nummer wordt gezet.

Er ontstond een gevoel van gelijkwaardigheid. Enerzijds de bravour van de Amsterdammer met z'n verhalen en gedichten achter de lessenaar en anderzijds de Achterhoeker overtuigd van zichzelf en zijn sterke eigenschappen.
Het leek dus allemaal goed te komen met mijn onderzoek. Dat wil zeggen: mijn vooronderstelling werd gelogenstraft. Maar de kruik gaat net zo lang te water totdat die barst, want bij het rondje vragen kwam weer die eeuwige twijfel: "Vond u het leuk hier in de Achterhoek?" Met een glimlach vertelde Dijkshoorn te genieten van iedere voordracht. Of woorden van soortgelijke strekking. Ik weet het niet meer. Het kwaad was al geschied.
En na de tweede signeersessie (de Achterhoek heeft de aanwezige boekenvoorraad gekocht als blijk van verering) werd de vraag nogmaals gesteld, maar dan anders. "Viel het mee in de Achterhoek?" Ja hoor, Dijkshoorn had familie in de buurt en ging zich bij hen verpozen. En hij schoof aan bij een viertal mensen die waarschijnlijk zo'n 100 km hadden gereden om in Doetinchem te komen.
Onderzoek geslaagd.

Gerrit Geuvers

zondag 23 januari 2011

onzichtbaarheidsmantel

Voor velen gaat de wetenschap op grote afstand te werk. Onzichtbaar, als achter een dikfluwelen doek. De meeste politici en bestuurders weten er weinig van. En als ze het wel weten laten ze het behoorlijk afweten. Ze gaan ervan uit dat wetenschappers slimme mensen zijn.
Maar hoe dom kan een wetenschapper zijn? Oppenheimer keek met verbazing naar de verwoesting van de atoombom in Hiroshima. Maar hij wist heel goed waar hij mee bezig was en ging zelfs door toen de wapenwedloop met de nazi's afgelopen was.
Nu is het de beurt aan John Pendry. Hij is al 67 jaar maar kennelijk een groot fan van Harry Potter. De onzichtbaarheidsmantel uit de boeken van Rowling heeft hem aan het denken gezet. En, zoals dat gaat met sprookjes, meerdere mensen hebben het gelezen en werden enthousiast. Ook toevallig wetenschappers.
En daar wreekt zich de tweede illusie over wetenschap. Het is geen bezigheid van slimme, wat naieve nerds, maar het is een keiharde concurrentieslag. Wie de meest spectaculaire uitspraken doet, zonder dat ze worden afgedaan als lariekoek, krijgt het meeste geld. En het geld van het Pentagon is het meeste waard, want een onuitputtelijk bron.
Pendry heeft zijn ziel verkocht aan defensie door te zeggen dat de VS voorbereid moeten zijn op nieuwe technieken van de aanvallers. Aanvallers die ook niet stilzitten, zoals hij uit het enthousiasme tijdens zijn lezingen moet opmaken.
De wetenschap is niet alleen dom, maar ook a-moreel. Tijd om die onzichtbaarheidsmantel er af te trekken.
Gerrit Geuvers

woensdag 19 januari 2011

bomen voorbereiden op het verkeer

Lawaaimakers zijn het, bomensnoeiers.

Met een benzinemotorzaag gaat Bert een laaghangende tak te lijf. "Dode takken snoeien we uit de hele boom. En we snoeien bomen tot 6 meter op, bij wegen waar vrachtwagens rijden. Op een parkeerplaats blijven we lager." Wim pakt een dranghek en schuift die een stukje op zodat er weer auto's kunnen parkeren.

De bomen rond het gemeentehuis van Doetinchem worden klaargemaakt voor weer een verkeersrijk seizoen. De platanen op de parkeerplaats aan de Tjalmastraat krijgen een beurt van onderen. "Maar soms snoeien we iets hoger op. Zeker de takken waar de marktkooplui al aan hebben geknabbeld. Die hangen gewoon te laag. Maar hier komt misschien ook een doorgaande weg. Dus kijken we hoe we de lagere takken nu al kunnen weghalen. We moeten wel kijken hoe de vorm van de boom is. Er moeten niet twee kruinen in een boom komen. En hij moet natuurlijk niet scheef komen te staan.

Hier en daar hangen takken nog wel wat laag. "Maar je kunt niet bezig blijven, anders maak je zo'n boom dood. Dan moet je maar een jaartje wachten. Maar platanen, deze ook, kunnen wel wat hebben. Eiken ook. Bij berken moet je je beperken tot vier takken."

Bert en Wim zijn bijna aan het einde van de klus. Wim wijst naar de lucht, waar een donkere lucht, zwanger van regen, aankomt.

Bert werkt vanuit zijn hoogwerker met een Duitstalige opdruk. "Het is geen Duits bedrijf hoor. We zijn van Kamphues uit Zutphen. Vanuit die hoogte kan Bert niet goed zien hoe de vorm van de boom is. Vanaf de straat geef ik hem aanwijzingen. Maar het is niet zo dat ik aanwijzingen mag geven omdat ik niet in de hoogwerker sta te zagen. Het gaat wel goed tussen ons."

Gerrit Geuvers