donderdag 12 februari 2009

swiebertje

“Het zijn gewone mensen”, volgens gedeputeerde Hans Esmeijer.
Inderdaad, zo gewoon dat ik nauwelijks iemand durfde aan te spreken. Want voor je het weet vraag ik in plaats van een bobo aan een dakloze waar nou die fameuze drankruimte is en krijg ik terug: “Pilsje, van Kooten!” En een binnensmonds verhaal in de taal van de straat. Hoe ongemakkelijk kun je je voelen, als je gewoon wilt weten hoe “de Werkplaats” is geworden, de plek waar daklozen overdag heen kunnen om zinvolle activiteiten te doen, maar ook een beetje te hangen.
Jan, een dakloze, pet op z’n hoofd, gelooid gezicht, had er al snel genoeg van. Ik stond vlak bij hem. Al dat geklets daar kan hij niet in wonen. En bovendien had hij duidelijk een grief. Maar hij kwam niet aan de beurt. Eerst de directeur, dan de gedeputeerde, dan de wethouder. En omdat hij het kort zou houden was er daarna nog tijd genoeg voor Jan.
Wat hij zei is me grotendeels ontglipt. Wel dat er een probleem was omdat een vrouwelijke dakloze in dezelfde ruimte sliep als de mannen, waarvan er ook nog een graag z’n piemel liet zien. En dat hij, Jan, als hij er bij was geweest, die piemel er af had gedraaid.
Jan is niet bang en durft zich wel in het maatschappelijk debat te mengen. Zijn mening over het roken was mij al toegevoegd toen ik mijn fiets stalde. Hij rookte niet binnen omdat er velen zijn die daar niet tegen kunnen. Ik snapte zijn opmerking niet en dacht dat hij mogelijk een jaar geleden leefde, maar in de daklozenopvang bleek een ruimte waar wel gerookt mag worden. Esmeijer merkte Jans' aandrang om zich te mengen tijdens zijn toespraak, doorspekt van de resultaten in Gelderland (inderdaad niet mis) en de lovenswaardige samenwerking in de Achterhoek (wethouder van Dijk heeft het Kompas geschreven). Allemaal wetenswaardigheden die voor de bestuurders en hulpverleners klinkklare informatie zijn, maar voor Jan evengrote onzin. Hij was helemaal niet zo tevreden over het nieuwe onderkomen.
Want wij, met onze mooie banen en dikke portemonnees, wij wisten helemaal niet waar het om ging. Maar Hans Esmeijer begreep heel aardig waar het om ging: hij besefte dat het hemzelf ook zo had kunnen overkomen toen hij de verhalen las over daklozen. Maar Jan had nog meer: waar was nou die 5 ton gebleven? En hij wilde niet meer uitgemaakt worden voor zwerver. Hij vond dat een scheldwoord.
En hoe zeer ik ook mijn best doe dat te snappen, het lukte me niet. Zwerven klinkt voor mij als een eigen keuze. Je wil niet meer gebonden zijn, je neemt genoegen met het hoogst noodzakelijke en je trekt de wijde wereld in. Ik denk dan aan Swiebertje. Dakloze zijn dat is een stuk triester.
Otwin van Dijk viel hem bij. Het daklozenbestaan moet niet geromantiseerd worden. Voor de mensen zelf is er geen keus. Otwin sprak Jan en zijn vrienden aan om met deze nieuwe ruime opvangplek kansen te grijpen om iets van het leven te maken.
Zo is het, want zo lang ze nog daar rondlopen zijn ze cliënten. En dat lijkt me nog erger dan zwerver.

Gerrit Geuvers

Geen opmerkingen:

Een reactie posten