maandag 24 januari 2011

Dijkshoorn en de Achterhoek

De Achterhoeker heeft een minderwaardigheidsgevoel. Dat is bij geboorte zo geregeld. Inferieur ten opzichte van de randstad en Arnhem. Maar dat gevoel is niet algemeen, want op qua nuchterheid voelen we ons juist superieur. De Achterhoeker is Übernuchter.
Gisteravond (23 januari 2011) was er een meetmoment voor die geografische bepaaldheid. Dijkshoorn was in Doetinchem voor een lezing in de Gruitpoort
Nico Dijkshoorn is een Alpha-mannetje. En uit de randstad. Amsterdam zelfs. De ideale meetlat voor boven- en onderschikking dus.
Hoe gaat de Achterhoeker met zo’n arrogante zak om? vroeg ik me vooraf af. Is de aangeboren minderwaardigheid nog aanwezig? En wentelen wij ons nog steeds graag in die vermeende nuchterheid?

Dijkshoorn begon te stellen dat hij een hekel had aan arrogantie. Duidelijk. De man gaat even voor ons op de hurken en zegt ons dat we niet bang hoeven te zijn.
Daarna kon hij met gerust hart opsnijden over de tienduizenden lezers via geenstijl.nl, de miljoenen kijkers van DWDD en de brede baaierd aan columns die hij verzorgt. Oké, de randstedelijke superioriteit. Maar wij, de zaal, lieten ons niet intimideren. We applaudiseerden niet voor elk verhaal even hard. Hij moest het verdienen.

Over de Achterhoekse nuchterheid bediende Nico Dijkshoorn mij met een anekdote die, ook al is er maar de helft van waar, een strak antwoord gaf.
Een jaar of tien geleden was Dijkshoorn aanwezig op de Vijverberg om de wedstrijd Graafschap tegen Excelsior te bekijken. Uit zijn beschrijving kreeg ik echt de indruk dat-ie er geweest was. Daarna kreeg de anekdote een wending die de waarheid hooguit zal aanraken, maar de strekking was duidelijk: de randstedeling zou die eenvoudige boeren (ook al hebben ze dan een kostuum aan) laten inzien dat hun denkwereld mijlen ver verwijderd is van de hogere cultuur in het westen des lands.
In de Centric-lounge prikkelde hij een paar aanwezigen met neerbuigende opmerkingen, die, na het aanhoren van het relaas, slechts reageerden met het aanbieden van een bitterbal.
Met die nuchterheid hier zit het dus wel goed. In ieder geval volgens Dijkshoorn. En de zaal ging plat aan het applaus te horen. Dat wil de Achterhoeker graag horen. Een opgewonden Amsterdammer die op een gastvrije wijze op z'n nummer wordt gezet.

Er ontstond een gevoel van gelijkwaardigheid. Enerzijds de bravour van de Amsterdammer met z'n verhalen en gedichten achter de lessenaar en anderzijds de Achterhoeker overtuigd van zichzelf en zijn sterke eigenschappen.
Het leek dus allemaal goed te komen met mijn onderzoek. Dat wil zeggen: mijn vooronderstelling werd gelogenstraft. Maar de kruik gaat net zo lang te water totdat die barst, want bij het rondje vragen kwam weer die eeuwige twijfel: "Vond u het leuk hier in de Achterhoek?" Met een glimlach vertelde Dijkshoorn te genieten van iedere voordracht. Of woorden van soortgelijke strekking. Ik weet het niet meer. Het kwaad was al geschied.
En na de tweede signeersessie (de Achterhoek heeft de aanwezige boekenvoorraad gekocht als blijk van verering) werd de vraag nogmaals gesteld, maar dan anders. "Viel het mee in de Achterhoek?" Ja hoor, Dijkshoorn had familie in de buurt en ging zich bij hen verpozen. En hij schoof aan bij een viertal mensen die waarschijnlijk zo'n 100 km hadden gereden om in Doetinchem te komen.
Onderzoek geslaagd.

Gerrit Geuvers

1 opmerking:

  1. Moet je een Achterhoeker zijn om dit stukje te snappen ?

    Of moet je gewoon Gerrit Geuvers heten om dit te snappen.

    Ik, als 'arrogante randstedeling', snap geen ruk van dit stukje. get a life, Gerrit Geuvers, vat toch niet alles zo serieus op, life is too short.

    BeantwoordenVerwijderen